Bodemisolatie met Isodekens® (folie)

Bodemisolatie, een waardevolle investering in wooncomfort

Doordat vele woningen in Nederland kampen met een zeer natte en vochtige kruipruimte, klagen veel woningeigenaren over een koude vloer. Vocht in de kruipruimte kan zich opbouwen waardoor het kan doortrekken naar de rest van de woning. Hierdoor kunnen verschillende schimmels ontstaan, welke schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Met het plaatsen van Isodekens® op de bodem van de kruipruimte, zorgt u voor een gezond vochtgehalte.

Isoleren met Isodekens® (folie)

Door het leggen van Isodekens® op de bodem van de doorgaans vochtige en koude kruipruimte, zorgt u voor een heus luchtbed van isolatie welke vocht en kou tegen gaan. Hierdoor zal er drogere en warmer lucht in de kruipruimte ontstaan waardoor uw vloer ook warmer zal aanvoelen. Aan ieder element van de folie zit een overloop van 30 cm, door deze overlap kan de isolatie homogeen aangebracht worden. Isodekens® worden ook tegen de buitenfunderingsmuren bevestigd, zo wordt de volledige bodem afgesloten. Wanneer er gekozen wordt voor het isoleren met Isodekens® is het erg belangrijk om alle compartimenten onder de vloer te voorzien van deze folie. Anders zal alle vocht zich verplaatsen naar de niet geïsoleerde gedeeltes onder de vloer. Isodekens® plaatsen is een uitstekende ingreep waardoor een goede isolatiewaarde gehaald kan worden.

Hoe wordt bodemisolatie met Isodekens® uitgevoerd?

    1. Voor het isoleren van de kruipruimte gaat de isolatie professional met de Isodekens® (folie) onder de vloer. De hoogte van uw kruipruimte moet hiervoor wel geschikt zijn, rond de 45 cm ruimte onder de balken is voldoende ruimte.
    2. De isolatie professional onder de vloer brengt de Isodekens® (folie) aan met een overlap van 30 cm, zodat geen naden of kieren ontstaan. Zo wordt een luchtlaag van isolatie geplaatst, een soort luchtbed met isolatiemateriaal.
    3. Indien nodig wordt er onder de vloer ventilatie aangebracht t.b.v. ontluchting en ventilatie van de kruipruimte. Voor het boren van ventilatieroosters dient de kruipruimte in zijn geheel toegankelijk te zijn. Dit met oog op eventueel belemmerd leidingwerk of anderszins.